Tijdens de overgang kun je meer gaan transpireren. Tijdens opvliegers, s’ nachts in je slaap of gewoon overdag. Erg confronterend als er tijdens een gesprek met een collega ineens een straaltje zweet over je gezicht loopt…
Een mens produceert per etmaal tussen de 100 en 8000 ml zweet, afhankelijk van de omstandigheden zoals het weer en lichamelijke inspanning kan je meer of minder zweten. Tijdens de overgang kan je, bijvoorbeeld tijdens opvliegers of bij nachtzweten, ineens extreem gaan transpireren. Veel vrouwen ervaren dit als een gevoel zoals een koortspiek, maar dan in 2 – 3 minuten tijd en zijn vervolgens drijfnat van het zweet. Vaak wordt dit gevoel dan afgesloten met een koude rilling, waarna de thermostaat weer in evenwicht is en het overmatig zweten weer ophoudt. Het kan ook zijn dat je geur van je transpiratie verandert.
Tijdens de menopauze kan het proces van transpireren (zweten) verstoord raken omdat het temperatuurcentrum in je hersenen gevoelig is voor het wisselen van je hormoonspiegels, hierdoor kan je meer gaan zweten. Het lichaam krijgt het namelijk koud en reageert met een gevoel van onrust en gejaagdheid. Je thermostaat gaat bijdraaien en het lichaam krijgt de indruk dat het warm is. Het wil zijn warmte kwijt en zet de bloedvaten open waardoor je meer gaat zweten.