Klachten herkennen
Een flink deel van de huisartsen herkent de overgangsklachten niet, stelt gynaecologe Dorenda van Dijken vast. Zij is voorzitter van de Dutch Menopause Society, onderdeel van de gynaecologenvereniging NVOG. “En als huisartsen de klachten wel herkennen, zijn ze erg terughoudend om een behandeling met hormonen voor te schrijven.”
Nederland wijkt hierin sterk af van omringende Europese landen. Daar ligt het gebruik van hormonen op 25 tot 40 procent, zegt Van Dijken. In Nederland op amper 4 procent. “In de huisartsenrichtlijn staat dat medicatie bij overgangsklachten zelden nodig is. Dat is ontmoedigend.”
Overgangsklachten zijn, volgens dezelfde richtlijn, ook geen reden om door te verwijzen. Van Dijken wijt deze terughoudendheid aan een gebrek aan kennis bij huisartsen over de overgang en de laatste wetenschappelijke stand van zaken. “Er wordt nog steeds gedacht dat je, kort door de bocht, van hormoontherapie borstkanker krijgt. Dit is achterhaald.” De duur van de hormoontherapie bepaalt de risico’s op borstkanker, legt ze uit. “Bij gebruik langer dan 5 tot 7 jaar is er een heel lichte toename op het risico van borstkanker.”